Belangenvereniging voor Beroepsbeoefenaars in de Massage- en SportverzorgingsbrancheInloggen
 

Hoe neem je een goede beslissing?

Gepubliceerd op 18 juni 2020.

Stel je wilt je werkstress aanpakken met een mindfulnesstraining. Dat klinkt op zich goed, maar schiet je er echt iets mee op? Met behulp van vier vragen aan jezelf kom je erachter of een besluit wijs is of niet.

We zijn over het algemeen vrij goed in het herkennen van slechte beslissingen bij anderen (zie alinea: 'Hardnekkige denkfouten'). Als een familie uitstapt tijdens een safari bij de Beekse Bergen, zien we snel dat het niet logisch is om daar een picknick te houden. In de woorden van een ooggetuige: 'Die zijn niet wijs.' 

Op zoek gaan naar bewijs tegen je eigen idee is contra-intuïtief

Maar nemen we zelf dan wél zulke goede beslissingen? Die kater op maandag doet anders vermoeden, net als een blik in de kledingkast, waar je wellicht dingen in vindt waar de prijskaartjes nog aan hangen. Als je echt wanhopig wilt worden, kijk dan even naar de 'List of Cognitive Biases' op Wikipedia. Daarop staan bijna tweehonderd denkfouten opgesomd die ons denken en onze beslissingen beïnvloeden (zie onderste alinea: Vóór je oordeelt...).

Geloof beteugelen

Hoe kun je ervoor zorgen dat je er zo min mogelijk naast zit bij het nemen van een beslissing? 

In de filosofie en wetenschap kun je hiervoor handvatten vinden. Door kritisch te denken beteugel je de neiging alles te geloven (of juist alles af te branden). Wanneer je als kritisch denker onlogische redeneringen en denkfouten herkent, zal je er bij het nemen van beslissingen niet zo vaak naast zitten als niet-kritische denkers. Hoe je dat kunt doen? Stel jezelf bij het nemen van een beslissing de volgende vier kritische vragen:

Wat?

Waar draait het om: wat is je probleem of hetgeen je probeert te verbeteren? Hoe kun je dit probleem zien? Kun je het misschien meten? 

Jenny en Mark willen allebei hun werkstress verminderen. Voor Jenny betekent werkstress dat ze tijd te kort komt om al haar werkzaamheden te doen: ze maakt overuren op haar werk en haar to-do-lijst wordt maar niet korter. Ze maakt weken van zestig uur en voelt zich uitgeblust. 

Mark heeft juist moeite met het loslaten van zijn werk als hij thuiskomt. Hij ligt nachtenlang te piekeren over alle presentaties en meetings die hij moet houden. Hij slaapt nog maar vijf uur per nacht en voelt zich uitgeblust.

Hoe?

Hoe werkt je oplossing precies? En past die bij het probleem? 

Jenny en Mark overwegen allebei om elke dag een uur mindfulnessmeditatie te doen, omdat ze van vrienden hebben gehoord dat het werkstress vermindert. Bij mindfulnessmeditatie leren ze afstand nemen van hun gedachten, bijvoorbeeld door te focussen op hun ademhaling. 

Hoewel Jenny en Mark allebei werkstress willen verminderen, blijkt dat mindfulnessmeditatie niet in lijn ligt met hun beider doelen. Jenny komt al tijd tekort op een dag en een uur mindfulnessmeditatie zal ervoor zorgen dat ze nog minder tijd heeft. 

Het is dan ook geen oplossing voor haar probleem, het draagt er juist aan bij. Voor Mark, die moeite heeft zijn gedachten los te laten, kan de mindfulnessmeditatie wellicht helpen, omdat de training bedoeld is om afstand te nemen van alle gedachten, inclusief de stressvolle.

Echt?

Welke redenen of voorbeelden kun je bedenken om niet voor deze oplossing te kiezen? Zijn er ook andere mogelijkheden en zijn die misschien beter? 

Op zoek gaan naar bewijs tegen je idee is contra-intuïtief. Vandaar dat de bevestigingsbias zo welig tiert (zie ook de alinea: 'Hardnekkige denkfouten'). Maar het is wel de manier om je beslissing kritisch af te wegen. Voor Mark kan het verstandig zijn om te onderzoeken waarom hij niet zou gaan mediteren. 

Op Google leert de zoekopdracht 'nadelen mindfulnessmeditatie' onder andere dat er de laatste jaren flink wat wetenschappelijke studies zijn uitgekomen, die concluderen dat de positieve effecten van mindfulnessmeditatie schromelijk worden overdreven. 

Voor Jenny lijkt het voor de hand te liggen dat er betere opties zijn. Haar oplossing sluit immers niet aan op haar probleem.  

Ook voor Mark kan het onderzoeken van andere opties verstandig zijn. Heeft hij wel de goede baan als hij zoveel stress ervaart? Of is er nog een andere oorzaak van de stress die aangepakt moet worden (een tirannieke baas of een slechte sfeer bijvoorbeeld)? Het kan wijs zijn dit in een kritisch gesprek te onderzoeken. Bij voorkeur stelt iemand anders die vragen, want voor een ander is het vaak gemakkelijker om ons denken kritisch tegen het licht te houden.

Reality check

Heb je wel zuiver gedacht of is het gevaar van denkfouten reëel? In de alinea: 'Vóór je oordeelt...' staat een lijst met vragen die je jezelf kunt stellen om te achterhalen of er wellicht denkfouten in je redenering zijn geslopen.

Een veelvoorkomende denkfout is om een beslissing enkel te baseren op de informatie van mensen die succes hebben (de overleverbias). Dit zijn immers de mensen die in de media en bij de bedrijven worden uitgenodigd om te vertellen hoe ze door hard werken een popster of succesvol ondernemer zijn geworden. Op basis van alleen succesverhalen is niet te achterhalen of die tactiek wel heeft bijgedragen aan het succes. Misschien hebben muzikanten en ondernemers die niet succesvol waren even hard gewerkt en is er een andere reden voor hun succes (bijvoorbeeld geluk). Die ware reden voor het succes kan je dus alleen achterhalen als je ook luistert naar mensen die geen succes hebben. 

In het geval van Mark kan het bijvoorbeeld zijn dat zijn informatie alleen afkomstig is van succesverhalen van vrienden: zij hadden allemaal minder werkstress sinds ze zijn gaan mediteren. Wellicht zijn er ook mensen in zijn omgeving bij wie de stress niet is afgenomen. Als zij ook gemediteerd hebben, is dat wellicht een aanwijzing dat de mindfulnessmeditatie niet zo goed is als Mark denkt of misschien zelfs wel helemaal niet werkt. Als zij niet gemediteerd hebben, kan dat Mark juist sterken in zijn besluit om de training te proberen.

En nu?

Nu kun je een gedegen beslissing nemen! Het lijkt een dooddoener, maar als je dat eenmaal hebt gedaan, kun je met meer zekerheid achterhalen of het besluit goed voor je heeft uitgepakt. Dat kun je doen door je antwoorden op de hiervoor beschreven vragen te checken op meetbare elementen. Als Mark kiest voor mindfulnessmeditatie kan hij bijhouden hoeveel uur hij slaapt na het starten van die training en in hoeverre dat langer is dan voor de training. Of hij kan navragen bij zijn collega’s in hoeverre zij een verbetering in zijn presentaties merken. 

Hardnekkige denkfouten

Hoe kan het dat we niet geëvolueerd zijn om beter te achterhalen of iets een goed idee is of juist niet? Neem de denkfout (zie laatste alinea: 'Vóór je oordeelt...') die misschien wel tot de slechtste beslissingen heeft geleid, de bevestigingsbias: de neiging van mensen om vooral bewijs te vinden voor iets wat ze al dachten (en daarbij bewijs van het tegendeel negeren). "Als een muis zo zou denken, zou hij niet lang overleven", schrijven Hugo Mercier en Dan Sperberin in The Enigma Reason. "Een muis die vooral op zoek gaat naar bevestiging dat er geen kat in de buurt is, eindigt al snel in de klauwen van Tijgertje." Net als bij een muis kan de bevestigingsbias er bij de mens voor zorgen dat ze gevaren gaan onderschatten ('We kunnen hier best even picknicken, want de jachtluipaarden hebben al gegeten en doen niks.') Je zou daarom verwachten dat deze denkfout in de loop van de evolutie is verdwenen, omdat de mensen met zo’n bias voortijdig aan hun einde zijn gekomen in de magen van roofdieren.  

Dat we toch deze denkfout hebben ontwikkeld, heeft volgens Mercier en Sperberin alles te maken met het belang van sociale status. "Voor een goede sociale status is het niet per se belangrijk dat je helder denkt, maar wel dat je meningsverschillen weet te winnen." Vandaar dat we volgens de auteurs goed zijn in het vinden van zwakheden in de argumentatie van anderen, maar niet in die van onszelf. En dus is er altijd wel een 'goede' reden om jezelf ervan te overtuigen dat een drankje nog best wel kan.

Vóór je oordeelt...

Psychologieonderzoek wijst uit dat we ons bij het nemen van beslissingen vaak laten leiden door factoren die er niet toe doen. Hieronder volgt een selectie van veelvoorkomende denkfouten, gevolgd door vragen die je jezelf kunt stellen om te achterhalen of deze bias je denken beïnvloedt. 

Bevestigingsbias (confirmation bias): Past de informatie goed bij iets wat je toch al geloofde? Zou het kunnen zijn dat je het daarom geloofwaardiger vindt? 

Overleversbias (survivor bias): Is de informatie alleen van succesverhalen afkomstig? Controleer ook hoe het zat bij gevallen die minder succesvol waren.

Autoriteitsbias (authority bias): Vind je de informatie geloofwaardig, omdat iemand het zegt voor wie je bewondering hebt? 

Sociaal bewijs (bandwagon effect): Kan het dat je informatie geloofwaardig vindt, omdat veel anderen dat zeggen? 

Zelfzuchtige bias (self-serving bias): Geloof je de informatie, omdat je straks het succes kunt claimen? Of juist omdat je de verantwoordelijkheid bij falen van je af kunt schuiven? 

Fout van de verzonken kosten (sunk cost fallacy): Hou je aan een overtuiging vast, omdat je er al veel in geïnvesteerd hebt? 

Uitkomstbias (outcome bias): Denk je dat een keuze goed was, omdat hij (misschien toevallig) goed uitpakte? Kijk alsnog of de achterliggende redenering wel logisch is. Check waar mogelijk of de keuze elders ook werkte. 

Status-quo-bias (status quo bias): Denk je dat iets een goed idee is enkel omdat je het altijd al zo hebt gedaan? Zie je daarom misschien redenen over het hoofd om het anders te doen? 

Beschikbaarheidsbias (availability bias): Is de informatie gemakkelijk te bedenken? Zou het kunnen zijn dat het daarom geloofwaardiger klinkt?

Foto

Ger Post

Ger Post

Bronnen

  • Quest Psychologie

Wij gebruiken cookies om het gebruik van de website te analyseren en het gebruiksgemak te verbeteren. Lees voor meer informatie onze Privacyverklaring. Accepteren